Overheidsregelgeving voor organisaties die honden uit het buitenland halen
Regelgeving, zucht, dat is toch ontzettend saaie en ingewikkelde materie?
Ja, leuker kunnen we het niet maken, maar hieronder een poging om het uit te leggen, omdat het best wel belangrijk is.
We hebben in Nederland met een scheiding der machten te maken, dat wil zeggen dat de wetgevende, de uitvoerende en de handhavende macht verschillende organen zijn.
Dat betekent concreet dat we rondom dierenwelzijn te maken hebben met:
1) De wetgevers. Dat is de overheid die regels maakt rondom dierenwelzijn. In dit geval vanuit het ministerie van Economische Zaken, de Directie Dierlijke Agroketen en Dierenwelzijn.
2) De uitvoerders. Dat is bijvoorbeeld de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken, die informatie verstrekt over de regels.
Mijn RVO.nl
3) De handhavers/controleurs. Dat zijn de NVWA en de LID. De NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit, bewaakt het welzijn van dieren voor iedereen die beroepsmatig met dieren bezig is.
Daarnaast is er de LID, de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, die de Dierenpolitie ondersteunt en toezichtcontroles uitvoert. De LID is er voor zowel beroepsmatige dierenhouders als particulieren.
www.nvwa.nl
http://inspectiedienst.dierenbescherming.nl
De wetgeving
Regelgeving rondom dierenwelzijn zit best ingewikkeld in elkaar, omdat het uit gedeelten bestaat, die soms vervangen worden.
Besluit Gezelschapsdieren
De regelgeving uit het Besluit zijn van toepassing op bedrijfsmatige handel en opvang van honden. Als stichting denk je natuurlijk dat dat niet voor jou geldt, niemand heeft het gevoel bedrijfsmatig bezig te zijn? Je probeert honden te redden en dat is eerder een tijdrovende en kostbare hobby dan een bedrijfsactiviteit.
Helaas denkt de wet er anders over, deze stelt het volgende;
U bent bedrijfsmatig bezig als u activiteiten uitvoert die een zekere omvang hebben en die niet incidenteel zijn. Het maakt daarbij niet of het doel is om winst te maken.
Het gaat om een bedrijfsmatige activiteit als in een aangesloten periode van twaalf maanden:
Eisen:
Helaas is de wet ontstaan toen er nog nauwelijks van stichtingen sprake was en zijn de stichtingen hun werkzaamheden gaan verrichten zonder zich maar ook één moment te realiseren dat ze onder het Besluit zouden gaan vallen. En er zijn sommige partijen die menen dat het niet zo is, al was het maar omdat ‘de hele boel toch weer op de schop gaat’.
Diploma HKB
Men kan een diploma halen bij het LOI, deze cursus heet 'Vakbekwaamheid Honden- en Kattenbesluit' of bij het Cursuscentrum Dierverzorging in Barneveld, deze cursus heet 'Ondernemer Asiel, Pension en Kennel'.
Als we de cursus inhoudelijk bekijken zien we dat deze is toegespitst op asiel- en pensionhouders, mensen die echt bedrijfsmatig bezig zijn, en heeft onderwerpen zoals gezondheid, diervoeding en verzorging.
De cursus duur een jaar, omvat een aantal stageweken bij een dierenarts en een dierenasiel- of pension, een aantal praktijkdagen, start 2x per jaar, en zal rond de 800 euro gaan kosten.
De handhaving
De handhaving is in handen van de NWVA. Door de vele stichtingen die er in de loop der tijd zijn ontstaan en door de ‘rotte appels’ die zaken met name rondom transport niet goed hadden geregeld, zijn de buitenlandse honden in de warme belangstelling komen te staan. Een woordvoerder van de NWVA stelt dat iedere Nederlander geacht wordt de wet te kennen.
Stichtingen worden soms geconfronteerd met controles. Men kan een proces verbaal krijgen (met een mogelijke straf van een geldbedrag van rond de 1500 euro of een taakstraf). Ook wordt er een bestuursrechterlijk traject opgestart, waarbij veel hogere boetes in het vooruitzicht kunnen worden gesteld bij een volgende overtreding.
De uitvoering
De uitvoering bestaat in uit informatievoorziening via het DRloket.
http://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren/huisdieren-houden-en-fokken/honden-registreren-en-identificeren/honden-uit-het-buitenland
Lees op de website van AFP over de regelgeving.
Regelgeving, zucht, dat is toch ontzettend saaie en ingewikkelde materie?
Ja, leuker kunnen we het niet maken, maar hieronder een poging om het uit te leggen, omdat het best wel belangrijk is.
We hebben in Nederland met een scheiding der machten te maken, dat wil zeggen dat de wetgevende, de uitvoerende en de handhavende macht verschillende organen zijn.
Dat betekent concreet dat we rondom dierenwelzijn te maken hebben met:
1) De wetgevers. Dat is de overheid die regels maakt rondom dierenwelzijn. In dit geval vanuit het ministerie van Economische Zaken, de Directie Dierlijke Agroketen en Dierenwelzijn.
2) De uitvoerders. Dat is bijvoorbeeld de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken, die informatie verstrekt over de regels.
Mijn RVO.nl
3) De handhavers/controleurs. Dat zijn de NVWA en de LID. De NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit, bewaakt het welzijn van dieren voor iedereen die beroepsmatig met dieren bezig is.
Daarnaast is er de LID, de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, die de Dierenpolitie ondersteunt en toezichtcontroles uitvoert. De LID is er voor zowel beroepsmatige dierenhouders als particulieren.
www.nvwa.nl
http://inspectiedienst.dierenbescherming.nl
De wetgeving
Regelgeving rondom dierenwelzijn zit best ingewikkeld in elkaar, omdat het uit gedeelten bestaat, die soms vervangen worden.
- Er is een formele wet. Denk bijvoorbeeld aan de Grondwet.
- Daaronder valt een Kaderwet. Een kaderwet is een wet die algemene principes en procedures voorschrijft, maar die geen gedetailleerde regels bevat. In dit geval Kaderwet Dieren. Deze kaderwet is al in werking getreden per 1 januari 2013, maar nog niet helemaal ingevuld.
- Die gedetailleerde regels worden ingevuld door AMVB’s. Dat zijn Algemene Maatregelen van Bestuur, die sneller tot stand kan komen dan een formele wet. Een AMVB noemt men ook wel een besluit of een regeling. Sinds 1999 bestond er een Honden- en Kattenbesluit.
- Dat is vervangen door het Besluit Gezelschapsdieren. Een deel van dit Besluit is op 1 juli 2014 in werking getreden, een ander deel op 1 juli 2015.
Besluit Gezelschapsdieren
De regelgeving uit het Besluit zijn van toepassing op bedrijfsmatige handel en opvang van honden. Als stichting denk je natuurlijk dat dat niet voor jou geldt, niemand heeft het gevoel bedrijfsmatig bezig te zijn? Je probeert honden te redden en dat is eerder een tijdrovende en kostbare hobby dan een bedrijfsactiviteit.
Helaas denkt de wet er anders over, deze stelt het volgende;
U bent bedrijfsmatig bezig als u activiteiten uitvoert die een zekere omvang hebben en die niet incidenteel zijn. Het maakt daarbij niet of het doel is om winst te maken.
Het gaat om een bedrijfsmatige activiteit als in een aangesloten periode van twaalf maanden:
- In totaal meer dan twintig honden of katten worden verkocht, afgeleverd of in bewaring genomen
- ongeveer vier nesten (ongeveer 20 pups) worden gefokt voor de verkoop of aflevering van honden
Eisen:
- Men moet een diploma van vakbekwaamheid hebben als men deze werkzaamheden wil uitvoeren. Het diploma moet in het bezit zijn van ‘de beheerder’. Dit hoeft geen bestuurslid van de stichting te zijn, degene die in de praktijk zich het meest bemoeit met de opvang en adoptie van de buitenlandse honden is dan de ‘beheerder’.
- Men dient over een UBN, een Uniek Bedrijfsnummer te beschikken, dit is aan te vragen bij de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer: tel. 0900-1770. GD Diergezondheidsdienst Op het formulier wordt gevraagd of men in het bezit is van een vakbekwaamheidsdiploma ja/nee, maar het niet hebben van een diploma verhindert niet de aanvraag van een UBN.
- Er zijn een aantal administratieve eisen waar men aan moet voldoen (bijvoorbeeld waar de honden verblijven tijdens de opvang en door wie ze uiteindelijk zijn geadopteerd).
Helaas is de wet ontstaan toen er nog nauwelijks van stichtingen sprake was en zijn de stichtingen hun werkzaamheden gaan verrichten zonder zich maar ook één moment te realiseren dat ze onder het Besluit zouden gaan vallen. En er zijn sommige partijen die menen dat het niet zo is, al was het maar omdat ‘de hele boel toch weer op de schop gaat’.
Diploma HKB
Men kan een diploma halen bij het LOI, deze cursus heet 'Vakbekwaamheid Honden- en Kattenbesluit' of bij het Cursuscentrum Dierverzorging in Barneveld, deze cursus heet 'Ondernemer Asiel, Pension en Kennel'.
Als we de cursus inhoudelijk bekijken zien we dat deze is toegespitst op asiel- en pensionhouders, mensen die echt bedrijfsmatig bezig zijn, en heeft onderwerpen zoals gezondheid, diervoeding en verzorging.
De cursus duur een jaar, omvat een aantal stageweken bij een dierenarts en een dierenasiel- of pension, een aantal praktijkdagen, start 2x per jaar, en zal rond de 800 euro gaan kosten.
De handhaving
De handhaving is in handen van de NWVA. Door de vele stichtingen die er in de loop der tijd zijn ontstaan en door de ‘rotte appels’ die zaken met name rondom transport niet goed hadden geregeld, zijn de buitenlandse honden in de warme belangstelling komen te staan. Een woordvoerder van de NWVA stelt dat iedere Nederlander geacht wordt de wet te kennen.
Stichtingen worden soms geconfronteerd met controles. Men kan een proces verbaal krijgen (met een mogelijke straf van een geldbedrag van rond de 1500 euro of een taakstraf). Ook wordt er een bestuursrechterlijk traject opgestart, waarbij veel hogere boetes in het vooruitzicht kunnen worden gesteld bij een volgende overtreding.
De uitvoering
De uitvoering bestaat in uit informatievoorziening via het DRloket.
http://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren/huisdieren-houden-en-fokken/honden-registreren-en-identificeren/honden-uit-het-buitenland
Lees op de website van AFP over de regelgeving.
Mening
BUZhonden stelt dat de regelgeving niet is toegespitst op de huidige realiteit rondom buitenlandse honden en zou het liefst zien dat er voor stichtingen een redelijke overgangstermijn komt om alsnog een vakbekwaamheidsdiploma te kunnen halen.
Daarnaast zou het diploma inhoudelijk ook meer gericht moeten zijn op de realiteit van de stichtingen, er zijn bijvoorbeeld geen kennels om schoon te maken, maar zijn de importeisen en de ‘Middellandsezeeziekten’ wel belangrijk om in geschoold te worden, en zou de stage-eis bij een asiel of pension moeten vervallen. Een werkreis naar het land waar je als organisatie op richt zou wel een interessante optie kunnen zijn.
BUZhonden pleit daarnaast al jaren voor meer professionalisering in de wereld van buitenlandse honden. Te denken valt aan een keurmerk, maar ook aan een betere lobby naar de buitenwereld toe ( het publiek, de media, de overheid, de professionals zoals dierenartsen), want het is duidelijk dat helaas de goeden onder de kwaden moeten lijden.
Daarnaast zou het diploma inhoudelijk ook meer gericht moeten zijn op de realiteit van de stichtingen, er zijn bijvoorbeeld geen kennels om schoon te maken, maar zijn de importeisen en de ‘Middellandsezeeziekten’ wel belangrijk om in geschoold te worden, en zou de stage-eis bij een asiel of pension moeten vervallen. Een werkreis naar het land waar je als organisatie op richt zou wel een interessante optie kunnen zijn.
BUZhonden pleit daarnaast al jaren voor meer professionalisering in de wereld van buitenlandse honden. Te denken valt aan een keurmerk, maar ook aan een betere lobby naar de buitenwereld toe ( het publiek, de media, de overheid, de professionals zoals dierenartsen), want het is duidelijk dat helaas de goeden onder de kwaden moeten lijden.